Splitsen en verkopen vastgoed
Woningcorporaties kunnen appartementen pas afzonderlijk gaan verkopen nadat het vastgoed is gesplitst. Dat wil zeggen dat er een Vereniging van Eigenaren is opgericht, de VvE bij de Kamer van Koophandel is ingeschreven, een splitsingsakte vergezeld van een splitsingstekening is gepasseerd en een huishoudelijk reglement is opgesteld. De VvE is op haar beurt verplicht een opstal- en aansprakelijkheidsverzekering te sluiten. Voorts is de VvE verplicht jaarlijks een algemene ledenvergadering te houden waarin ten minste besluiten omtrent het beheer en onderhoud van het vastgoed worden genomen. In CORA is het splitsen en vervolgens verkopen van vastgoed een procesketen.
Woningcorporaties kunnen zowel bestaand als nieuw vastgoed (laten) splitsen met als doel om losse appartementsrechten te kunnen verkopen[1]. De grondpositie voorafgaande aan de splitsing (in bloot eigendom van de woningcorporatie of in erfpacht uitgegeven door de gemeente) is eveneens van invloed op de wijze waarop die in de splitsing kadastraal verwerkt kan worden;
- Doorgaans verkrijgt de VvE het bloot eigendom van de grond.
- Het wordt ingewikkelder indien sprake is van erfpacht. Neemt de VvE de erfpachtovereenkomst met de gemeente over van de woningcorporatie of wordt de erfpachtovereenkomst gesplitst en gekoppeld aan de appartement indexen.
De splitsingsakte met bijlagen is derhalve leidend bij het verder inregelen van het gemengd beheer door de woningcorporatie als verhuurder van appartementen en de VvE als eigenaar van het gebouw.
In onderstaande figuur zijn de producten, diensten, processen en daarvoor benodigde bedrijfsfuncties van de procesketen ‘Splitsen en verkopen vastgoed’ in onderlinge samenhang weergegeven met gebruikmaking van de tekenconventies CORA:

- ↑ Waar de woningcorporatie voor de splitsing het volledige bloot eigendom van de opstal (en evt. grond) had, is de woningcorporatie direct na de splitsing de eigenaar geworden van alle appartementsrechten om die vervolgens afzonderlijk te kunnen verkopen.